Het ontstaan van scouting in België is heel logisch te verklaren. Omdat scouting een Engelse creatie is, zal het ook binnen Anglicaanse genootschappen voor het eerst opgang maken. Omdat Brussel en Antwerpen een belangrijke commerciële functie hebben, tellen ze een grote populatie Engelsen. In die twee steden zullen scoutsgroepen vervolgens opgericht worden.
Een zekere W.W. Clarke, hoofd van de Anglicaanse gemeenschap in België, volgt de evolutie van scouting in Engeland op de voet en wil vervolgens een zelfde beweging introduceren bij zijn Anglicaanse jongeren. Hij vormt zo een eerste Boy Scouts patrouille onder leiding van Harold Parfitt, een 28-jarige Brit. Deze scoutsgroep speelt aanvankelijk in het Ter Kameren Bos en het Zoniënwoud waar hij opgemerkt wordt door Henri Depage, de zoon van Antoine Depage. Antoine Depage is dokter en tevens voorzitter van het Rode Kruis van België. Zijn zoon Henri wil dolgraag meedoen met de Boy Scouts en Antoine Depage stimuleert zijn goeie vriend Pierre Graux, een advocaat, om ook zijn zonen te laten inschrijven. Antoine en Pierre gaan zich ondertussen informeren bij Clarke en Parfitt over deze nieuwe pedagogische methode.
Antoine Depage en Pierre Graux treden snel toe tot het comité van de Boy Scouts patrouille en proberen de scouts financieel te steunen. Zij hebben een pluralistische opvoeding van de jeugd op het oog en opteren voor een nationale organisatie voor scouting in België. Het opgerichte comité gaat op zoek naar een nieuw lokaal en stelt Parfitt aan als Chief Scoutsmaster. 'Op 23 december 1910 wordt de Algemene Raad van Scouting in België opgericht en met een nieuwe naam: de Boy Scouts van België.' De eerste Algemene Raad bestaat zowel uit militairen als uit vertegenwoordigers van de liberale burgerij en van de conservatieve adel. Dit benadrukt nogmaals de pluralistische ingesteldheid van de organisatie.
Toch wijkt het Belgische model van scouting af van het Engelse voorbeeld. In de scoutsbelofte zweert men niet trouw aan God wat in Engeland wel het geval is. Tegenstanders van de Belgische Boy Scouts gebruiken dit als argument om de anti-klerikale houding van de beweging aan te tonen. Ook de leuze ”Be Prepared” wordt in België veranderd tot “Honour”. Op de eerste plaats staat dus de waardigheid van de scout en niet de trouw tegenover God. Het officiële kenteken is de vijfpuntige ster.
Na de oprichting van het comité en de nodige toestroming van financiën en schenkingen, krijgt onze Chief Scoutsmaster, Parfitt, de opdracht om een aantekenboekje voor de Boy Scout op te stellen, geschoeid op het Belgisch model. Hij leidt de eerste BSB-troep in Brussel. Op 18 juni 1911 wordt de eerste BSB-troep Honneur erkend door het Algemene Comité in het Ter Kamerenbos. Wegens de talloze kritieken op de scoutsbelofte, is de BSB in 1912 verplicht een regel toe te voegen waarin men wel trouw kan zweren aan God.
Een andere belangrijke stad in de geschiedenis van Open Scouting is Antwerpen. Ook in Antwerpen liggen Engelsen aan de basis van scouting. Een zekere Ziesmer leert scouting kennen tijdens zijn verblijf in Engeland. Hij spreekt vervolgens de Engelse professor in het Antwerpse lyceum, John Singleton, aan om dit experiment in Antwerpen op te starten. Vanaf januari 1911 leidt Singleton een scoutsgroep maar hij geraakt in conflict met de BSB. Singleton is immers van oordeel dat hij scouting in België heeft geïntroduceerd en weigert zich te onderwerpen aan het orgaan BSB. De BSB reageert verontwaardigd en stelt een andere persoon aan als commissaris voor Antwerpen. Een tweede troep in Antwerpen wordt geleid door Emile Kerkaert. Hij sluit zich wel aan bij de BSB en in juni 1912 worden zij erkend als de eerste BSB-groep van Antwerpen. Alhoewel Singleton al vroeger een scoutsgroep opstartte, zal zijn groep bekend staan als de tweede BSB-groep.
In 1913 zal de organisatie een eigen tijdschriftje hebben voor de aangesloten leden. “Le Scout” is de naam voor dit ledenblaadje en het bevat hoofdzakelijk nieuws over de organisatie, met soms aandacht voor plaatselijke BSB-troepen.
Na Brussel en Antwerpen veroveren de scoutsgroepen heel Vlaanderen. Zo zien we in 1913 al 4 Antwerpse BSB-troepen. Gent zal vanaf 1913 twee BSB-troepen hebben onder leiding van een zekere Debliqui en Beaumont. Andere steden in Vlaanderen met een BSB-troep zijn Lier, Mechelen, Oostende en Sint-Niklaas.
In 1913 wordt in Lier de eerste scoutstroep in het leven geroepen. Over de begindagen van deze Lierse jongerenbeweging is weinig geweten. Uit de bovenstaande geschiedenis van Open Scouting kunnen we opmaken dat de Lierse scoutstroep één van de eersten was in Vlaanderen.
Uit: http://wiki.fos.be/foswiki/Speciaal:VerwijzingenNaarHier/De_geschiedenis_van_FOS_Open_Scouting