Op deze blog proberen we je op de hoogte te houden van de geschiedenis van het gezelligste stadje van Vlaanderen.
Niet altijd de grote onderwerpen, misschien wel meer de kleine dingetjes die jou ook kunnen interesseren.

dinsdag 8 november 2011

Liers noodgeld tijdens de Eerste Wereldoorlog



Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleven aanvankelijk de gekende biljetten van de Nationale Bank in gebruik. Maar de Nationale Bank had, onder meer met het oog op een nakend gewapend conflict, reeds vanaf 1912 maatregelen genomen. Biljetten met een waarde van 5 frank werden voorbereid om in geval van oorlog in omloop te brengen. Het dreigende internationale conflict zorgde voor paniek bij de bevolking. Er groeide wantrouwen tegenover de bankbiljetten en men haastte zich eind juli - begin augustus 1914 naar de Nationale Bank om de biljetten in te ruilen tegen muntstukken. Daarnaast ontstond er in deze periode een probleem in het kleine betalingsverkeer. De vijffrankstukken en de zilveren pasmunt verdwenen uit de omloop. Men begon ze immers op te potten vanwege hun metaalwaarde. Hiervoor bracht de Nationale Bank op 27 augustus 1914 inderhaast vervaardigde biljetten van 1 en 2 frank type rekening-courant uit. Toch zou dit niet volstaan om de geldschaarste op te vangen... 

Meer en meer gemeenten kwamen in serieuze financiële problemen. Naast de dagelijkse uitgaven werden ze geconfronteerd met de bijkomende oorlogslasten. Militievergoedingen, militaire opeisingen, oorlogsschattingen, … vielen ten laste van de gemeenten, die geen beroep meer konden doen op hun financiële reserves. Deze waren gedeeltelijk geblokkeerd door oorlogsmaatregelen, zoals het moratorium op de deposito's dat de opvragingen sterk begrensde.

De eerste gemeenten vonden in augustus al een creatieve oplossing voor hun financiële moeilijkheden in de vorm van noodbiljetten of kasbons. Dit betekende concreet dat gemeenten zelf geld in omloop brachten zodat de gemeente, maar ook haar burgers, terug financiële middelen hadden. Andere gemeenten volgden snel dit voorbeeld zodat uiteindelijk meer dan 480 gemeenten in België eigen noodbiljetten in omloop brachten.

De gemeenten hadden nu wel opnieuw geld, maar hadden de mensen wel vertrouwen in dat nieuw gecreëerde betaalmiddel? Sommige gemeenten hadden dwangmaatregelen uitgewerkt indien de noodbiljetten niet zouden aanvaard worden, maar ze moesten er nauwelijks een beroep op doen. 


Er rezen wel een aantal andere problemen waar de gemeenten in eerste instantie niet aan gedacht hadden. Binnen welke grenzen waren de noodbiljetten geldig? De lokale handelaars moesten zich immers kunnen bevoorraden buiten de gemeente of stad. Sommige kleine gemeenten waren voor bepaalde producten zelfs helemaal afhankelijk van een nabijgelegen stad. De gemeente Kessel-Lo bijvoorbeeld, was voor haar voedsel- en randstofvoorziening nagenoeg helemaal afgestemd op de stad Leuven. Voor Kessel-Lo was het dus belangrijk dat haar noodgeld ook aanvaard werd in Leuven. Om deze problemen op te lossen werden er akkoorden gesloten tussen steden en gemeenten opdat het noodgeld in een ruimer geografisch gebied betaalkracht had. In de provincie Oost-Vlaanderen werd de "Bond van de gemeenten van het Land van Waas" opgericht die de stad Sint-Niklaas met twintig gemeenten uit de buurt verenigde. Ook de gemeenten uit de omgeving van Doornik sloten een gelijkaardig akkoord. 


Over de juridische kant van het noodgeld bekommerden de gemeenten zich aanvankelijk niet al te veel. Nochtans is er in België maar één instelling die geld mag uitgeven, m.n. de Nationale Bank. Om dit juridisch probleem op te lossen werd noodgeld daarom beschouwd als schuldbewijs van bijzondere aard, dat enkel gebruikt werd binnen de grenzen van de (samenwerkende) gemeenten om levensnoodzakelijke producten aan te schaffen. 


Tot slot verdient het noodgeld uit Gent nog een speciale vermelding. Slechts in enkele gemeenten in België werden naast papieren noodbiljetten ook noodmunten gemaakt. Eén van de 4 gemeenten was Gent. Aanvankelijk werden de munten uit ijzer met een laagje koper geslagen, tot de Duitse bezetter dit in 1918 verbood. Vanaf dan bracht de stad kartonnen munten in omloop. 


Voor wat Lier betreft, zou het duren tot februari 1918 voordat het Lierse stadsbestuur overging tot de uitgifte van noodgeld. In de gemeenteraad van 16 februari 1918 werd beslist om 100.000 briefjes van 50 centiemen, 100.000 briefjes van 25 centiemen, 200.000 briefjes van 10 centiemen en 100.000 briefjes van 5 centiemen uit te geven. De drukkosten beliepen 8.000 frank. Er werd dus voor 100.000 frank papieren pasmunt in omloop gebracht om het gebrek aan wisselgeld op te vangen dat zich reeds geruime tijd liet voelen in de Lierse handel. Dit papieren pasmunt kon iedere eerste dinsdag van de maand bij de stadsontvanger omgewisseld worden in de normale gangbare nationale munt. Onderaan het biljet staat 'Poortman Mechelen'. Hoogst waarschijnlijk was dit Maurice Poortman, een bekend Mechels graveerder van zegels en bankbiljetten. Op de ene zijde staat een stadszicht vanuit de Gasthuisvest naar de Sint-Gummaruskerk waarbij het standbeeld van kanunnik David is toegevoegd. Op de keerzijde staat een stadszicht met de Binnennete en de Werf. Bovenaan staat '15 januari 1918' als uitgiftedatum. Het Lierse stadsbestuur had reeds in december1917 het plan opgevat papieren wisselgeld uit te geven, maar werd door de Zivilkommissaris van Mechelen teruggefloten omdat de Zivilkommissaris hiervoor niet om goedkeuring was gevraagd. Blijkbaar waren de biljetten al gedrukt voordat de gemeenteraad op 16 februari 1918 zijn definitieve goedkeuring had gegeven.

Bronnen: 
Janssens V., De Belgische Frank. Anderhalve eeuw geldgeschiedenis, Brussel, 1975, pp.155-167;
Waerzeggers R., Het noodgeld uitgegeven door het Leuvens stadsbestuur 1914-1918, in: Revue belge de Numismatique, Bruxelles, 1978, pp.105-180. 
Het noodgeld van Oost-Vlaanderen tijdens WO I en WO II, Brussel, 1989, pp.3-9. 
Les monnaies communales en Belgique pendant la guerre 1914-1918, in: NBB-BNB, 1953, n°2, pp.1-16.

1 opmerking:

  1. Beste André ik ben op zoek naar een beknopte leuke samenvatting over de laatste 800jaar lier.

    Deze tekst zouden we in het menu printen van Café Latino te lier. Wij hebben momenteel een verhaal geprint over de reuzen van Lier, maar aangezien 2012 het jaar is van Lier 800 hadden wij dit graag in teken daarvan gezet.

    Daar ik onder de indruk ben van u blog en uw gedrevenheid om deze blog actief aan te vullen. Lijkt er niemand beter dan u aan wie ik deze leuke samenvatting vragen kan.

    Indien u ons hierbij wil helpen mag u ons contacteren op cafelatinolier@hotmail.com
    Dan kunnen we misschien eens afspreken met een caveske van't vat te ST. Gummarus

    mvg Bjorn Gielen

    BeantwoordenVerwijderen